STO verlengd: dit zijn de plannen voor de toekomst
Op 16 mei heeft Minister Wiersma van Primair en Voortgezet Onderwijs een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de voortgang van de STO-regeling. En die klinkt positief! De minister ziet namelijk in dat het succes van Sterk Techniekonderwijs alleen een langdurig succes kan zijn als de techniekregio’s goed ondersteund blijven.
De minister begint de brief door STO goed onder de loep te nemen. Het doel van STO is het neerzetten van een duurzaam, dekkend en hoogwaardig techniekaanbod, aldus de minister. De voortgang van STO wordt gemonitord door een groep onderzoekers van verschillende onderwijsonderzoeksinstellingen. Zij concluderen dat STO bijdraagt aan meer techniekleerlingen, meer techniekdocenten en meer verbinding tussen scholen. STO heeft volgens hen veel potentie, maar kan nog beter worden benut. Er zijn nog geen harde effecten zichtbaar van STO, maar er is wel een algemene positieve ontwikkeling te zien in het techniekonderwijs.
Stijgende lijn
Uit onderzoek blijkt dat er al een kleine stijging van ruim 1 procent te zien is in het aantal vmbo-leerlingen dat kiest voor een hard-technisch profiel zoals Bouwen, Wonen en Interieur (BWI), Produceren, Installeren en Energie (PIE) en Mobiliteit en Transport (M&T). Zodat deze trend door kan blijven zetten en om het techniekonderwijs van hoge kwaliteit en toekomstbestendig te maken, kiest minister Wiersma ervoor om de STO regeling te verlengen tot en met 31 december 2024. Via DUS-I kunnen regio’s binnenkort een verzoeken indienen voor financiering in 2024.
Verlaging cofinanciering blijft
De cofinanciering is in de zomer van 2022 verlaagd van 10 naar 7,5 procent. Dit is onder andere gedaan zodat kleine bedrijven uit de regio ook kans krijgen om deel te nemen aan STO. Zo wordt het voor bedrijven toegankelijker om bij te dragen aan een sterkere techniekregio waarin waardevolle vakmensen worden opgeleid. Deze verlaging blijft van kracht voor de verlenging van de STO periode tot eind 2024.
Toekomstplannen 2025-2029
Om van STO een blijvend succes te maken, is het belangrijk dat de aanpak helemaal verweven raakt in het schoolsysteem. Daarom moet daar de komende jaren de focus op blijven liggen. In het verleden is namelijk gebleken dat als dit niet gebeurt, resultaten snel weer zullen teruglopen. Van 2004 tot 2010 werd het Deltaplan Techniek uitgevoerd, waardoor er tot 2014 een stijging was te zien in het aantal havo en vwo leerlingen met een bètaprofiel. Daarna begon het helaas weer af te lopen (zie deze cijfers). Daarom is het zo belangrijk dat STO verlengd gaat worden, zodat de impact blijvend is.
Op basis van de adviezen van de scholenregio’s en verschillende onderzoeksbureau’s, houdt minister Wiersma zich komende periode bezig met het opstellen van een nieuwe subsidieregeling voor STO voor de periode 2025 tot 2029. Op dit moment is het voornemen dat deze nieuwe regeling op 1 maart 2024 gepubliceerd kan worden, zodat regio’s voor 2025 de tijd hebben om plannen te maken.
Meer dan techniekonderwijs
In deze nieuwe periode zal de samenwerking met het primair onderwijs, de niet-technische profielen in het vmbo en het mbo moeten worden versterkt. Dit uitgangspunt is opgesteld zodat alle leerlingen, ook buiten het technisch-vmbo, kunnen meeliften op de sterke basis van STO. Deze ambitie is opgesteld omdat de verschillende adviseurs van de minister dit noemden en het uit het tweede monitoringsrapport van de STO blijkt.
Uitdagingen
Er zijn veel dingen die nog open liggen en verder vorm moeten krijgen, maar de koers die nu bepaald wordt lijkt gunstig te zijn voor de techniekregio’s. Uit de brief bleek dat twee van de aandachtspunten voor de toekomst de verantwoordingslast en administratieve rompslomp zijn. Hierin kan SEN-app techniekregio’s tegemoet komen, om door middel van automatisering veel werk uit handen te nemen, bijvoorbeeld door de ingebouwde functie die de uren voor cofinanciering bijhoudt. Heb je interesse wat SEN-app voor jouw school of regio kan betekenen? Neem dan contact op.
Zelf de kamerbrief lezen? Die vind je hier.